Anna Noor was 19 jaar toen ze op 3 oktober 2002, volkomen onverwacht, in haar slaap overleed. Het bleek achteraf te wijten aan een kleine hartafwijking, die ze met wat meer geluk ongemerkt een lang leven mee had kunnen dragen. Het was een ramp, een onvoorstelbare en traumatische belevenis voor haar ouders, haar broer en zus en hun kinderen en voor velen wie zij dierbaar was. Nu, zo veel jaren later, lijkt zij al eindeloos lang en ver weg en tegelijk is het als de dag van gisteren dat Anna Noor nog bij ons was en houdt de schok van toen niet op na te trillen. In mij - haar vader - sluimert een wreed verdriet. Het houdt het leven niet in een wurggreep - nee, doorgaans kan ik echt genieten - maar het doet zich onaangekondigd gelden: het is echt gebeurd, ze zal nooit meer zo maar binnen komen wandelen.

Het gemis verdwijnt niet, maar er blijkt mee te leven te zijn. Anna Noor is er al heel lang niet, maar ze was er negentien jaar wel, en ze maakte me een heel gelukkig mens in die jaren. Ik heb er van genoten haar op te zien groeien. Ik heb haar volwassen zien worden. Het liefst wil ik haar niet meer door een waas van verdriet zien, daar doe ik de herinnering aan haar mee tekort. Als het kan, vier ik haar leven en geniet ik na van mooie momenten. Als het niet kan, komt het gemis, en dan laat ik het komen; ik weet dat het ook weer gaat en het missen brengt haar, bijzonder genoeg, ook heel dichtbij.

Deze vernieuwde site, deze vreemde plek eigenlijk, die overal en nergens is en daardoor zo heel toepasselijk, beschouw ik als een monument voor het leven van mijn prachtige dochter Anna Noor. Toen ik met de vorige versie begon, dacht ik dat het voor een paar jaar zou zijn, dat hij dan zijn nut voor mij gehad zou hebben en net als alles zou mogen vergaan. Maar het doet me goed dat hij er is en dat ik er af en toe iets aan toe kan voegen (en naar ik hoop anderen ook). Ik kreeg veel mooie reacties van mensen die mij dierbaar zijn en wie zij dierbaar was en nog is. Ik hoop dat we deze nieuwe plek nog lang in stand kunnen houden, Paulus